|
Vermaat doet voordracht [foto: Teunis Bunt] |
|
|
Op een avond die in ieder geval voor de deelnemers erg
gezellig was, is de eerste stadsdichter van Ede
gekozen. Arjan Keene wist het juiste mengsel te brengen van aansluiting bij het
“gewone volk” en de poëzieliefhebber.
De twee gedichten die ik tijdens de eerste ronde en de halve finale kon voordragen, waren deze:
Smakelijk
Ede
lente 2025
Wisten
wij veel? De Kernhempromenade,
het
zesbaans wandelpad naar Bennekom,
ligt
er verlaten bij. Het hooggeëerd publiek
raakt
aangewezen op de satellieten.
Vanaf
het Jac. P. Thijsse-ecoduct
neemt
ook de kuddenradar elke twijfel weg:
de
grote wolventrek doet dit jaar Ede aan,
de
hongertocht bereikt haar jongste dag.
Het
grauwe pak legt vraatzucht aan
de
dag waar niemand vlees vermoedt,
op
Planken Wambuis blijft het janken,
bij
Ginkel houdt een kinkel zijn skelet.
Een
grijze wolf loopt in de schemering
over
het marktplein, slechts de deur
van
Geert, de slager van halal
staat op een kier.
Heide week
Iedere
zomer moet de heide wijken
voor
nieuwe lieflijkheid in sappig groen,
voor
kleurige reclamekaravanen
door
langgejurkte dames aangevoerd.
Geen
man slacht op de Drieberg ooit een ooi
of
brengt zich, hangend aan een ram, in veiligheid
voor
eenogen. De haren aan de struiken
zijn
meer op poedels dan op roedels terug te voeren.
Waar
ooit, zover het oude oog kon reiken,
de
heuvels welfden onder paarse gloed,
strooien
volvette burgers nu hun overvloed
snoepvuil
en etensresten op het zandpad uit.
De heide week. Steeds
verder wijkt zij voor de Heideweek.
Had ik de finale bereikt, dan zou ook het volgende gedicht nog voorgedragen zijn:
Geef Ede
stem!
Een
kaartplaats die een naam verdient,
die
mag gezongen worden bij de cruise control,
terwijl
de tomtom trommelt op de lettergrepen.
Meer
dan verscholen waterlopen
en
wildwissels, die hun geheim bewaren
op
ansichtkaarten, mogen kabelsporen
het
woord gaan voeren uit de ondergrond.
Geef
Edes beelden ondertiteling
en
filmmuziek. Het wandelpad kan met
de
spoorlijn overweg, het zwembad waant
zich
oude houten nokgebinten.
Het
marktplein zingt klinkende munt.
Zoekende
voeten over straatstenen
moeten
hun medeklinkers krijgen,
wie
dat schenkt, is iets waard.
Een
stem die dakgoten verstaat,
de
regenpijp laat fluiten naar de zon.
Die klank ben jij. Die stem
ben ik.
De jury had net niet genoeg doorgedacht over het verloop van
de wedstrijd en zo kon het gebeuren dat dichters die in de eerste ronde tegen
elkaar streden dat in de halve finale opnieuw moesten doen. Met als gevolg dat
sommige deelnemers van sommige anderen geen enkel gedicht te horen kregen,
omdat ze op dat moment backstage zaten.
Over de waarde van de “publieksstem” kun je van mening
verschillen. De jury had, ik neem aan om te voorkomen dat er al te veel invloed
zou uitgaan van de achterban van deze of gene, zichzelf steeds de keuze gegeven
om eerst twee en verderop een van de “weggestemde” dichters toch door te laten
gaan naar de volgende ronde.
Bij de keuze voor de finale kwam men in de problemen, omdat
men naast Larissa Verhoeff eigenlijk nog een tweede kandidaat (ik vermoed Kila
& Babsie) in de finale had willen hebben.
De jury was namelijk op zoek naar een bepaald profiel:
humoristisch, niet te meegaand en een goed oog voor Ede
en zijn samenleving. Het publiek overweegt zoiets uiteraard niet.
Kijkend naar de uiteindelijke finalisten boden de twee
anderen weliswaar een goede voordracht, maar te weinig taalkracht, zodat Arjan
Keene terecht is verkozen tot stadsdichter.